Het zit zo. Hermann Henking was in 1891 de eerste die het X-chromosoom waarnam in de teelballen van een keversoort. Ook hij zag de chromosomen bij de celdeling en zag ook dat die X soms niet meedeed. Op het moment van ontdekking twijfelde hij daarom of het wel een chromosoom was. In zaadcellen is de X maar in de helft van de cellen aanwezig. Omdat hij twijfelde noemde hij het chromosoom voorlopig X, als in onbekend.
Nettie Stevens ontdekte het Y-chromosoom in de meelworm. Dit chromosoom werd Y genoemd omdat de Y na de X komt in het alfabet.
Nog vragen?