Terug naar Oud Poelgeest 3
Wat was bevrijding zonder bevrijders? De Canadezen waren op 5 mei nog in geen velden of wegen te zien. Maria: “Het duurde eindeloos. We liepen maar heen en weer.” Dat ze zouden komen was duidelijk. Dus dan maar actie ondernemen. “Alle jeugdbewegingen in Oegstgeest werden opgetrommeld om aan te zeggen dat het dorp spic & span moest zijn om de Canadezen te ontvangen. Iedereen moest dus zijn stoepje vegen. De meisjes maakten de in allerijl door de Duisters verlaten huizen schoon. In de stampvolle kerken werd voor het eerst sinds vijf jaar het Wilhelmus gezongen. De mensen waren zichtbaar ontroerd. En iedereen - ook de onderduikers die zich weer lieten zien – besefte hoe het was om weer vrij te zijn.”
9 mei
‘Pas’ op 9 mei reed een onafzienbare rij wagens met “gebruinde, sportieve kerels” Oegstgeest binnen. Voor het hek van Oud Poelgeest bleven de auto’s voorlopig staan en daar werden ze bestormd voor handtekeningen, chocolade, kauwgum en sigaretten. “Net op tijd” schrijft Maria Fehmers in haar dagboek: “Mijn moeder heeft nog precies éen kool”. En sommige vaders verbouwden liever tabak dan kool in hun tuin. Roken stilt de honger.
Er was wel al gevlagd en gedanst op muziek, maar maar luidkeels zingen durfden ze nog niet. Dat kwam met de komst van de Canadezen. Het was een enorme ontlading en vooral voor de jeugd die hun jeugdjaren met grote ontberingen aan zich voorbij hadden zien gaan. Er was van de een op de andere dag geen spertijd meer. “We konden weer gaan en staan waar we wilden”. Iedereen ging natuurlijk de straat op: flaneren en dansen. Kleine meisjes dansten in jurken gemaakt van het rood, wit en blauw van de zorgvuldig bewaarde vlaggen. Het feest duurde weken, nog lang nadat de Canadezen weer vertrokken waren.
<< Homepage