woensdag 28 maart 2012

De nieuwe geslachtstest: testosteronspiegels. Onzin!

Sinds de zaak Caster Semenya heeft het IOC besloten vrouwelijke atleten niet langer te testen op chromosomen, maar op hun testosteronspiegel. Dat gaat dus deze zomer in Londen gebeuren. Als uit bloedonderzoek blijkt dat de testosteronwaarde in de mannelijke range zit, volgt er een medisch onderzoek.

De atletes die veel lichaamseigen testosteron aanmaken, moeten of ongevoelig zijn voor mannelijke hormonen of een behandeling ondergaan om deze waarden terug te brengen. Een hoge testosteronspiegel is volgens het IOC competitievervalsend. Maar klopt dat wel?

Net als alle andere sporters zijn vrouwen met hoge testosteronspiegels gespecialiseerd. Terwijl je zou verwachten dat zij op alle terreinen de concurrentie achter zich zouden laten. Ze zijn immers sterker. Ter vergelijking was Fanny ook Foekje op de meeste onderdelen veruit de baas. Foekje deed het alleen goed op de 200 meter. Fanny kon wel zes gouden medailles halen als de regels haar niet hadden verboden op meer dan vier onderdelen mee te doen.

Het argument van de competitievervalsing klopt niet. Wat is er wel aan de hand? 

Vrouwen met een Y-chromosoom presteren bovengemiddeld goed in de sport. Of ze nu wel of niet gevoelig zijn voor testosteron. De beste verklaring daarvoor is dat zij gemiddeld langer zijn (8 cm) dan andere vrouwen en proportioneel langere ledematen hebben.  Met lange benen kun je hard lopen. Fanny was ook groot en had lange benen.

Zo bezien kun je de nieuwe testosteronbepaling bij vrouwen in de sport evengoed afschaffen. Het is toch van de gekke dat we vrouwen verplichten een medische behandeling te ondergaan als zij op hoog niveau willen sporten. We gaan het toch niet meemaken in Londen dat een atlete na een overwinning alsnog uit de competitie wordt gehaald. Het is tijd voor ethiek in de sport: was meedoen niet belangrijker dan winnen!