zondag 3 juni 2012

Andere Tijden Sport is dat wel geschiedenis?

Hoeveel sportgeschiedenis krijg je eigenlijk bij Andere Tijden Sport? Eigenlijk niet zo heel veel. Op één of twee afleveringen na is het allemaal na-oorlogs. Die twee afleveringen gaan over vrouwen op de Spelen van 1928 en Thialf 1917. Ook de afleveringen over sport vlak na de oorlog zijn dun gezaaid. Het is allemaal vrij recent en dus meer terugblikken dan dat je het echt sportgeschiedenis zou mogen noemen. Joop Zoetemelk, Ard en Keessie, Peter Winnen, Bettine Vriesekoop, Atje Keulen, Peter Post, het EK van 88, Rasmussen, Van der Duim, noem maar op. Veel echte geschiedenis krijg je dus niet bij Andere Tijden Sport. Vooral terugblikken dus en dat is ook wel logisch want dat roept emotie op en daar moet tv het toch vooral van hebben. Maar van voldoende afstand tot het onderwerp is eigenlijk geen sprake. Laat staan van enige analyse.

Neem de aflevering over de Spelen van 1928: liever geen dames. Je denkt 'die aflevering gaat over de positie van vrouwen op de spelen en in de sport'. Mis! In 27 minuten tv is er alleen een kort fragment van de 800 meter voor dames. Dat is alles. Terwijl er zoveel te vertellen is over geleidelijk toegang van vrouwen tot de sport. En de argumenten tegen deelname. Over dat laatste horen we alleen dat de Coubertin een vrouw liever als parel aan de arm van een man zag. Maar wat verwacht je van een programma gemaakt door mannen voor mannen?

Andere Tijden Sport is talking heads-televisie, steeds maar die pratende hoofden in beeld. Goedkoop gemaakte producten. Als emotie-tv is het geslaagd, maar als project met enige historische betekenis is het mislukt.