zaterdag 20 oktober 2012

Kaneelkussentjes, stroopsoldaatjes & jodenvet


In Joure is een ouderwetse snoepwinkel. Terug naar mijn jeugd met kaneelkussentjes en stroopsoldaatjes. Hiernaast een stroopsoldaatje. Veel van deze soldaatjes zijn in mijn mond gesneuveld.

Wat ik niet kende was Jodenvet (massé). Jodenvet is een restproduct van aardappelsiroop. De brokken kleven aan de wand van de trommel waarmee je siroop maakt. Vroeger gooide de fabrikant het weg. Jodenvet smaakt eerst zoet, maar al snel gaat de smaak over in de smaak van oorsmeer.

Maar waarom heet het jodenvet? Als het woord Jood valt is antisemitisme altijd dichtbij. Ik kom er echter niet goed achter wat de naam verklaart. Misschien wisten Joden dit goedje toch te verhandelen. Of kochten arme joden het voor een centje, laten we wel wezen de meeste Joden waren voor de oorlog niet rijk zoals het vooroordeel wil maar juist straatarm. Ik begrijp wel dat het alleen in het katholieke zuiden het product jodenvet werd genoemd. Daar kennen ze ook jodenlijm, jodenkerk en jodenbril.

Of, en nu ga ik zelf maar eens speculeren, heeft het te maken met de bittere smaak, de smaak die verplicht is op de Joodse sedertafel? De bittere smaak die de eter herinnert aan het bittere bestaan?

Jodenvet

Was er vroeger een drogist in Tilburg die Jo de Vet heette?