vrijdag 18 januari 2013

Sjaatse



Trouwringen

        Mijn opa zwierde toen over het ijs, net als het meisje
        dat mijn oma worden zou. Hij schaatste met een
        rechte rug - sierlijk, als de eeuw die op zijn einde liep.
        Het meisje hield nog afstand. Ze bewonderde de jongen;

        kracht en souplesse; de achten die hij draaide, waren
        - niemand had het door - de ringen die ze na 1918
        om hun vingers zouden schuiven. Het vroor heel hard
        toen de jongen voor het eerst zijn arm durfde te leggen

        op de schouder van het meisje dat mijn oma worden zou.
        Ze schaatsten samen op het ijs, net boven het water;
        ze schaatsten in een winter heel dicht bij een nieuwe eeuw;
        ze schaatsten weg, ruggen recht, op hun familie af.

         [1898]


        Chrétien Breukers (1965)
        uit: Korte geschiedenis van het voorafgaande (2005)