donderdag 18 april 2013

Van oude mensen en de dingen die aan ze voorbij gaan

De Here God moest vandaag zo nodig mijn barmhartigheid op de proef stellen. Ik liep in de duinen een vrouw tegemoet die met haar scootmobiel in het mulle zand was gereden, met de gedachte dat trekt-ie wel. De scootmobiel had zich volledig vastgezogen in het zand en mevrouw V. had al haar stroom verbruikt om er uit te komen. Of ik haar scootmobiel uit het zand wilde trekken dan kon ze verder. Ik begon met tillen maar die dingen zijn voornamelijk van plastic en de rest is loodzwaar dus dat was zinloos, bovendien zag ik dat de stroom op was. En we stonden midden in de duinen.

Ik zei: bel de Vegro
Die komen niet 's avonds
Tuurlijk wel, de hulpdienst
V. belde en ze kwamen niet. Dat wil zeggen de Vegro wilde per se haar mobiele nummer hebben en dat wist de kettingrokende mevrouw V. niet. Ze had nummerherkenning uitgezet. God mag weten hoe.
Ik zei: bel een kennis en vraag om je nummer.
Die kennis zat in haar telefoon, maar waar? Of ik dat wist. Ik belde ene Koos.

Koos moest het nummer uit zijn mobiel vissen en zou terugbellen. Dat is geen kattenpis!
Dat duurde twintig minuten. Ik had honger net als de hond en ik wilde V. al toebijten dat als ze die ketting niet had opgerookt ze nou niet in die verdomde scootmobiel zou zitten. Maar de Here God begon me alweer verwijtend aan te staren. Iedereen heeft wel wat.
Het duurde en het duurde, dus ik belde de politie maar, die binnen vijf minuten met een busje aankwamen en de hele scootmobiel kon erin. Lang leve de Vegro!