dinsdag 29 oktober 2013

Docters van Leeuwen: dichter

De trein

Er davert een trein door mijn hoofd,
Door mijn geheugen, door mijn hoofd, door mijn hoofd.

Ik zie hem niet, ik hoor hem niet.
Ik neem hem niet waar.

Zoals je de trein niet waarneemt, die
Op gezette tijden langs je huis davert.

Wat zit er toch in die daverende wagons?

Dat zouden we kunnen weten, nietwaar?

Daarom davert de trein.

Zou je zo'n man niet tegen zichzelf in bescherming moeten nemen? Had de uitgever dat niet moeten doen? Zo van "Arthur zou je dat nou wel doen?" Maar nee er valt geld te verdienen aan BN'ers. Dus uitgeven die rotzooi.