maandag 9 maart 2015

Real men don't read fiction

Ik ben bezig om een overzicht te maken van de allerbeste sportfictie. Maar voor wie eigenlijk? Mannen lezen geen fictie en de 50+ vrouwen die romans lezen, lezen niet over sport. Op een enkele uitzondering na: The art of fielding van Chad Harbach is beslist ook populair bij beide groep lezers.

Echte mannen lezen natuurlijk wel, maar vooral journalistiek werk. Biografieën over voetballers vliegen als warme ballen over de toonbank. Ze behoren tot de meest gelezen boeken in ons land. But is it art?

Veel sportliefhebbers verwarren literatuur vaak met dergelijke journalistieke producten. Zo staat een hoofdstuk uit mijn boek over Foekje Dillema in De Nederlandse sportliteratuur in 80 en enige verhalen. Ik schrijf geen literatuur. Er staat helemaal geen literatuur in dit overzichtswerk.

Voor sportfictie moet je uiteraard in de VS zijn, hoewel het in Nederland ook geen echt vies woord meer is. The Natural van Malamud staat op ieders lijstje van beste sportfictie. Dat is niet zo verwonderlijk omdat het boek ook veel suspense bevat: een honkballer die door een vrouw wordt neergeschoten, dezelfde honkballer die zijn knuppel sneed uit het hout van een boom die door de bliksem is getroffen. Dat is fictie waarvan mannen ook houden. Maar er is veel meer.Wist jij dat Harold Pinter voorzitter was van de Gaieties Cricket Club? Dat hij cricketgedichten schreef? Ik bedoel maar.

Pinter in de Duitse vertaling
De Duitse televisie vertaalde de zin ‘Who watered the wicket at Melbourne?’ uit The Birthday Party in: 'Wie piste er tegen de stadshekken?’