donderdag 21 mei 2015

Schaatsen in fictie

Schaatsen is de meest literaire sport van ons land. Dan hebben we het over recreatief schaatsen. Vooral in de laatste twee decennia is er veel mooie fictie geschreven. Misschien hebben mijn destijds verrassende bloemlezingen daartoe bijgedragen. Later gevolgd door Zwart IJs wat het enige echte literaire sporttijdschrift van ons land was. Voor Zwart IJs heb ik een nieuwe vertaling gemaakt van De grote Vorst uit Orlando van Virginia Woolf. Er is een getekende verfilming van dit prachtige verhaal. Helaas is het een fragment. Je kunt de film hieronder zien en het verhaal zelf hier lezen: De grote vorst.

De strenge winters uit de Kleine IJstijd inspireerden de Friese dichter Alvaarsma tot de eerste fictieve kortebaanwedstrijd (1749). De snoever Pier neemt het op tegen zijn uitdager en vrouw Nijd heeft nog een appeltje te schillen met deze Pier. Ze strooit zand in zijn baan en zo komt Pier ten val. Het is een koude versie van de hardloopwedstrijd tussen Odysseus en Ajax, waarin Ajax dankzij een ingreep van Pallas Athene uitglijdt in een koeienvla.

Andere Tijden, terug naar de onze. Misschien heb je Gewassen Vlees van Rosenboom nog in de kast staan. Lees dan nog een de proloog over die drie pestkoppen die een kat op het ijs zetten. Met zijn poten in notendoppen voert de wind de kat weg. Veel meer schaatsfictie vind je natuurlijk in de bloemlezingen Op het ijs en IJsvrij.