Foekje en het SRY gen
De internationale Atletiek Federatie World Athletics gaat haar atleten in de vrouwencompetitie testen op het SRy gen. Dat is een wangslijmtest. Het gen bevindt zich op het Y-chromosoom. Het codeert voor testikels. Dat wil zeggen dat de geslachtsklieren geen eierstokken maar testikels worden. Daarna volgt er een cascade van hormonen die ervoor zorgen dat iemand zich verder ontwikkelt tot man: penis, indalen testikels etc.
Foekje Dillema had zo’n gen omdat ze een Y-chromosoom had. Uiterlijk was ze vrouw en hieruit blijkt dat die laatste stap niet altijd plaatsvindt. Dan blijven rudimentaire testikels in de buikholte. Die geven te weinig testosteron af om het proces te voltooien. Hoe kan dat?
Bij Foekje waren er te veel X-chromosomen in de geslachtsklieren. Foekje had meer X dan Y en dat is zeer uitzonderlijk. Drie keer meer X dan Y. Dus geen XY maar cellen XX en cellen XY. Die conditie noem je eenmozaïek omdat de cellen als steentjes in een mozaïek verdeeld zijn over het lichaam. Hier wat meer XX, daar wat meer XY.
De meest logische plek voor de atleten is de vrouwencompetitie: uiterlijk vrouw, laag testosteron. Zoals Caster Semenya en Imane Kheilif. Vooral in deze eeuw zijn ze ook op de Spelen toegelaten. Foekje Dillema zou in haar tijd zijn afgekeurd. Ze is echter niet naar de keuring gegaan.

<< Homepage