vrijdag 25 maart 2011

De sportcanon van Jungmann


Mijn grootste frustratie is dat veel meer mensen onzin lezen over Foekje Dillema dan wat uit onderzoek naar voren is gekomen. De sportcanon van Jungmann is nu al uitverkocht. Wat schrijft Kees Kooman over de rol van Dillema in de sportloopbaan van Fanny Blankers? Je kunt het hieronder lezen. Het feit dat Kooman zegt dat een paar haren van Dillema ter beschikking waren gesteld, spreekt al boekdelen. Kooman heeft gewoon niet goed opgelet, nog afgezien van het feit dat je helemaal geen DNA uit haren kunt verzamelen. En al helemaal niet uit Foekjes haar, want zij liet haar haar sinds haar 12e permanenten. Foekje had namelijk heel sluik haar.

Kooman schrijf dat Dillema tegenwoordig zonder problemen mee zou kunnen doen aan de hardloopcompetitie. Ik vrees dat Dillema tegenwoordig gewoon weer afgekeurd wordt. Ze had een Y-chromosoom in haar DNA. Dat slaat Kooman voor het gemak maar even over, past niet in zijn santekraam. Dillema had daardoor mannelijk geslachtskenmerken. Fanny zou opnieuw gelijk krijgen.

Bij Kooman zal de naald altijd in dezelfde groef blijven hangen. Maar Jungmann had als eindredacteur beter moeten weten.

Uit Jungmanns canon van de sport, 2011:
In de zomer van 1950 leidde het grenzeloze egoïsme niet alleen tot Europese titels in Brussel, maar ook tot wat waarschijnlijk een van de grootste schandalen mag worden genoemd uit de Nederlandse sporthistorie. Vanuit Burum, een plaatsje op de grens van Friesland en Groningen, had zich in recordvaart een concurrente gemeld. Foekje Dillema, sprintster in hart en nieren en lang niet zo veelzijdig als de olympisch kampioene. ‘Een sprinter’, dat wisten Jan Blankers en een aantal Amsterdamse officials. Maar de meeste atletiekjournalisten hadden het over een ‘stoer Friezinnetje’ dat het Nederlandse record op de 200 meter evenaarde.
Een op stel en sprong georganiseerde seksetest, waarbij ook een aantal atletische moeders zich gezeten in een verlosstoel vernederend in het kruis moest laten kijken door een Haagse gynaecoloog,maakte een einde aan de stormachtige carrière van de geblokte hulp in de huishouding. Naar verluidt durfde zij zich na haar diskwalificatie (‘op medische gronden’) een jaar lang overdag niet op straat te vertonen in het dorp waar ze in één klap van heldin was veranderd in een levende kermisattractie. Aan de hand van een DNA-test bleek in 2008 het ongelijk van Jan Blankers en consorten. Een paar haren van de inmiddels overleden Friezin, gevonden op kledingstukken, waren daartoe ter beschikking gesteld door familie. Foekje zou tegenwoordig zonder problemen kunnen meedoen aan atletiekwedstrijden – bij de vrouwen