Haplogroep r1b in zaak Vaatstra

Het NFI heeft op het lichaam van Marianne Vaatstra  DNA veiliggesteld. Het gaat onder meer om DNA in sperma, een haarwortel in een aansteker en huidcellen op haar tas. Die huidcellen waren onvoldoende voor een DNA-profiel. Het sperma en de haar matchen wel met elkaar. De behoorden dus bij dezelfde persoon.

Na de moord is vooral in de richting van het asielzoekerscentrum gewezen. En er zijn nu nog enkele fanatieke complotdenkers die menen dat een van de asielzoekers de dader is. Volgens deze mensen is een van de Irakese asielzoekers verward met een andere Irakees. Zo zou niet het juiste DNA zijn afgenomen.

r1b
Dat een Irakees de dader is, is niet erg waarschijnlijk. Dat is zo vanwege de haplogroep waartoe het DNA gevonden op Vaatstra behoort. Het gaat om een uniek stukje DNA op het Y-chromosoom dat niet bij één specifieke persoon behoort maar bij een grote groep van mensen. Het DNA in het sperma behoort tot haplogroep r1b. Die groep woont voornamelijk  in het westen van West-Europa: Nederland, België, Frankrijk en Engeland. Met bepaalde markers op het chromosoom kun je nog verder inzoomen op de kaart.  De complotdenkers zullen dus met iets beters moeten komen dan dit.

Vanwege de haplogroep in het DNA is verondersteld dat de dader uit de buurt moest komen. Dat maakte zo'n grootschalig DNA-onderzoek wenselijk.