Ik heb altijd medelijden met de kinderen die samen met hun ouders door de duinen zwerven op zoek naar de zee. Vandaag ook weer: twee kinderen vragen me de weg en ik wijs ze de kortste route. Ik zeg: “Kijk naar de zon, het is 15.30 uur, de zon is allang over zijn hoogtepunt heen en is nu op weg naar de zee.” In het oosten, weet de oudste, komt de zon juist op uit de zee. Vader roept ze terug, hij weet zeker dat de zee de andere kant op is. Ik maak een gebaar van 'het is jouw dag'. De kinderen gaan vader uitleggen hoe het zit met de zon.
Het komt regelmatig voor dat mensen hun auto bij het Panbos zetten, langs de weg tussen Wassenaar en Katwijk. De kaart en de TomTom geven aan dat ze heel dicht bij zee zijn en parkeren is er gratis. Maar ze weten niet dat Staatbosbeheer in zijn oneindige wijsheid heeft besloten om rond dit duingebied een groot hek te plaatsen om de argeloze wandelaar geld uit zijn zak te kloppen bij het toegangshek. Je kunt er niet naar zee. Je moet of naar Katwijk of naar Wassenaar lopen. En dat is lood om oud ijzer, maar het is zeker 50 minuten lopen naar het strand. Onder de brandende zon.
Vader besluit toch mijn weg te nemen, maar vraagt zich ook af of het niet verstandiger is terug te gaan. Tja, wat moet je zeggen: ik zou zeggen als je kleine kinderen hebt: loop dan terug, pak de auto en rij naar het strand. Uiteindelijk moet je toch terug. Of ga alleen terug. Hij vraagt het zijn kinderen. De twee oudste willen door, de jongste heeft pijn in haar voeten. Vader loopt zwijgend verder, moeder houdt de moed erin.
Ik ga op een duintop zitten om te zien hoe het verder gaat. Elke honderd meter stoppen ze. Ze drinken een slok water en vader zit nog steeds zichtbaar met zijn dilemma: terug of door. Zijn hoofd zakt steeds dieper tussen zijn schouders. Ze gaan door, ze zijn nu vlakbij.
Ik hoop dat ze straks de weg terug kunnen vinden of dat vader alleen teruggaat om de auto te halen. Hoewel, kinderen zijn net honden als ze eenmaal in het water zijn geweest, bruisen ze weer van energie.