woensdag 22 april 2015

De beste Nederlandse sportverhalen

Wat zijn de aanraders? Het is moeilijk kiezen omdat ik als schaatsliefhebber veel schaatsverhalen zou verkiezen. En ik heb echt geprobeerd de voetbalklassieker 'Daar ga je Deibel' van Buddingh' te waarderen, maar het lukt me niet. Het verhaal blijft te veel in het spelletje hangen. Wat wel?

Juultje van Carry van Bruggen
Op het ijs bloeit de prille liefde op tussen Theo en Juultje. Theo leert haar schaatsen en bindt natuurlijk ook haar schaatsen aan. Maar de liefde mag niet zijn. Theo mag van zijn ouders niet omgaan met een 'Jodinnetje'. Hij schrijft haar een afscheidsbrief, maar Juultje heeft aan twee regels genoeg.
Honky Tonk Bomber van P.F. Thomése
Thomése 'creëert' zoals Hard Gras schrijft een nacht uit het leven van de voormalige Duitse spits Gerd Müller. Door angst en heel veel drank belandt hij halfnaakt op de brandtrap van een Amerikaans hotel. Daarna gaat hij de nacht in met steeds meer drank.
De ode van Louis Couperus
In het oude Olympia bezoekt een hetaere verkleed als jongen de Spelen. Daar ziet ze de man van haar dromen excelleren op vijf onderdelen. Een ode aan de sport en het mannelijk lichaam.
Saluut aan Rapido van Frans van Zoelen
Niet veel lezers zullen het een sportverhaal noemen. Dat maakt mij niet veel uit. In het verhaal gaat een koopzieke man keukens kopen in steden waar op dat moment een marathon is, vermakelijk!
De tegenspeler van Maarten 't Hart
Schaatsen en dammen. De jonge protagonist leert schaatsen achter de kinderbaar. Als hij het eenmaal onder de knie heeft schaatst hij met zijn oom over het Bommeer. In een kroeg wordt de oom dan uitgedaagd voor een potje dammen. Oom verliest, maar dat is niet erg hij speelde immers met zwart. Dan mag je verliezen als je geen fouten maakt.