vrijdag 31 juli 2015

Sport in fictie: zeilen

Vandaag is de slotdag van het skûtsjesilen. Tijd dus voor zeilen in fictie. Ik laat de tallships even buiten beschouwing. Dat komt tijdens Sail Amsterdam aan beurt. Maar Omdat jagen wel eens al sport wordt beschouwd, bespreek ik vandaag wel Moby Dick.

'Call me Ishmael,' is een van de mooiste openingszinnen in de wereldliteratuur. Noem me Ishmael, zo heet ik niet, maar noem me maar zo. Ishmael is de verteller en enige overlever van het verhaal. Ishmael monstert aan op de walvisjager van Captain Ahab, de man die zijn been verloor aan een mythische witte potvis. En die potvis trekt Ahab ten slotte ook nog de diepte in. Het bijzonder van dit boek is dat het publiek het in 1851 afwees. Het was gedaan met de schrijversloopbaan van Herman Melville. Zeventig jaar later werd zijn boek Moby Dick pas op waarde geschat en behoort nu tot de mustreads uit de literatuur. Dus jij hebt het vast al gelezen. Toch?

Ik heb een zwak voor de roman The Riddle of the Sands van Erskine Childers waarin twee zeilers op het Duitse waddeneiland Norderney ontdekken dat de Duitsers een aanval op de westkust van Engeland voorbereiden. Dat was voor de eerste wereldoorlog de zwakke plek in het Engelse verdedigingssysteem. De zeiler Davies nodigt daarom zijn studievriend Carruthers uit om mee te varen. Carruthers werkt immers op Buitenlandse Zaken. Maar Carruthers heeft voortdurend schoon genoeg van de badkuip waarin hij mee moet varen.

Carruthers: “I can’t stand another day cooked up in that damned boat of yours without stretching my legs properly. I cannot think soundly in a perpetual state of motion.  What’s more I cannot relate to that nautical lingo of yours. Nor those damned maps.”
Davies: “Charts"
Carruthers: "Damned charts!"

Verfilmd met Micheal York als Carruthers. Op Youtube te zien.