De Tora schrijft ruim 600 wetten en geboden voor. Vaak doet het opvolgen van al die regels denken aan een obsessief compulsieve stoornis. Voor een orthodoxe jood komt het koosjere gedrag voort uit de wet. Iemand met een dwangstoornis doet het om zijn angsten te bezweren.
Wijn als voorbeeld. Wijn is koosjer als hij is vervaardigd door orthodoxe wijnmakers onder rabbinaal toezicht. Zodra de schil van de druif breekt mag er geen niet-jood betrokken zijn bij het gehele proces van pers tot fles. En zelfs daarna, want als een niet-jood de fles opent is de wijn alweer treife. Niet geoorloofd.
Je kunt je voorstellen dat iemand met smetvrees de wijn niet meer wil drinken als een ander de fles openmaakt. De fles is besmet geraakt. Smetvrees is een dwangstoornis.
De Joodse keuken met al zijn regels en rituelen lijkt in die zin sterk op een dwangstoornis. Want iemand met OCD kan vergelijkbare regels en rituelen toepassen in zijn keuken.
Het onderscheid is dat de persoon met de dwangstoornis zijn angsten onder controle wil brengen, terwijl een orthodoxe jood bang is dat hij geen goede Jood is als hij de regels doorbreekt. God heeft de regels voor de Jood bedacht (bij wijze van spreken) terwijl de dwangneuroot zelf de regels bedenkt.
De Joodse spijswetten zijn uiteraard ooit ook door Joden zelf bedacht maar aan alle Joden opgelegd. Je hoeft echter niet gek van angst te zijn om je precies aan de Joodse wet te houden. Een dwangneuroot wordt wel gek van angst als hij zich niet aan zijn zelf bedachte regels houdt.
Inhoudelijk lijken de Joodse regels wel op de regels van de dwangstoornis. Melk en vlees mogen in de Joodse keuken nooit met elkaar in contact komen. Je kunt je voorstellen dat iemand met OCD ook zoiets ongewoons bedenkt en zich daar dan precies naar voegt net als de Joodse huisvrouw. Beiden zijn ze met rituelen bezig die de rest van de wereld hoogst ongewoon vindt.