zaterdag 9 november 2019

Wat maakt van Liempt een gewetenloze boef?

Ik sprak vanmiddag een emeritus hoogleraar, ooit betrokken bij de kwestie Diekstra. Hij sprak me aan over van Liempt. Had zich ook in de zaak verdiept. Wat hem tot een gewetenloze of liever gewiekste boef maakt, vond hij, was het verstoppen van een titel in de geraadpleegde literatuur.

Ik leg het kort uit. Van Liempt ontkent in zijn dissertatie het bestaan van andere Gemmeker-biografieën  Hij zegt dat het hem verbaasde dat er nog geen biografie was. Dat trucje heeft hij vaker uitgehaald, bijvoorbeeld met zijn boek over de Maliebaan. Hij leest een bestaand boek en roeptoetert daarna ‘Dat daar nog geen boek over is! En Van Liempt doet of zijn neus bloedt en schrijft het (over).

Om te voorkomen dat hij opnieuw van plagiaat wordt verdacht, verstopte hij in zijn proefschrift een van de drie bestaande Gemmeker-biografieën in de lijst met geraadpleegde literatuur (in plaats van in de voetnoten). Nu kon hij zeggen ‘ik noem het boek toch!’ Volgens mijn gesprekspartner is dat een gewiekste en doelbewuste strategie. Het gebeurt vaker. In de vakliteratuur heet het een bauernopfer. Een term uit het schaakspel. Je offert iets op om iets anders te bereiken of voorkomen.

Dat weten ze in Groningen ook. Nu zal de RUG bij haar eindoordeel zeggen dat het boek wat ongelukkig terecht is gekomen in de lijst geraadpleegde literatuur. En dat dat niet had mogen gebeuren. En zo ontspringt Van Liempt weer de dans.

Van Liempt is niet onnozel. Het verstoppen van noten in de lijst met geraadpleegde literatuur is doelbewust wangedrag. Hij weet dat hij zijn hele leven al over het randje loopt. Het kent het klappen van de zweep.